AIOS-vergoeding: Schijnsolidariteit uit opportunisme

Dankzij mijn afwisselende werk voor Tekstflex mag ik mij zo nu en dan in onderwerpen verdiepen die redelijk ver van mijn bed liggen. Zo werd ik gevraagd om eens mee te denken over de argumentatie die ten grondslag ligt aan de het onzalige plan om medisch specialisten in opleiding te vragen mee te betalen aan hun opleiding. Een kort overzicht van de waanzin die ik aantrof…

Het klonk allemaal zo solidair: Minister Schippers (VVD) stelt dat de specialisten, die toch allemaal rijk worden, best een een beetje (meer dan €13.000,- per jaar uit het nettoloon) mee kunnen betalen aan hun opleiding tot medisch specialist. Als een arts een opleidingsplek bemachtigt (na jaren solliciteren) wordt hij AIOS (arts in opleiding tot specialist) genoemd. De argumentatie van de Minister gaat in mijn ogen mank op drie fronten:

Financieel: De Minister gaat er vanuit dat eenieder zoveel gaat verdienen, dat er geen probleem is om terug te gaan betalen. Daarbij vergeet ze dat:
De beschikking hebben tot eigen of geleend geld niet voor iedereen mogelijk of gewenst (eerdere schuld, levensovertuiging) is;
De baanzekerheid voor AIOSsen veel lager is dan de Minister stelt;
De levensfase van de AIOS de duurste in een mensenleven is. De AIOS komt na aftrek van de bijdrage, daarbij uit onder minimumloon.
Dit betekent dat er een beperkte instroom in de opleiding waarschijnlijk is. Dit zet de maatschappelijke toegankelijkheid én de kwaliteit van het specialisme onder druk.

De Minister heeft in mijn ogen geen gronden om te mogen verwachten dat er voor iedere AIOS een baan, een lening en liquiditeit bestaat om de opleiding te kunnen volgen.

Opportunisme: De Minister bezuinigt op dat gedeelte van de opleidingsgelden waar ze zicht op heeft. Zonder transparantie over de uitgaven die verder uit het budget worden gedaan en de doelmatigheid van deze uitgaven, lijkt het dus vooral de ‘gemakkelijkste oplossing’. Dit, terwijl er wel degelijk signalen zijn dat opleidingsgelden oneigenlijk worden gebruikt en er flinke bedragen naar ‘opleiders’ gaan die tegen specialistensalaris absoluut niet de uren begeleiding bieden die op hun loonstrook staan.

De Minister lijkt niet ‘in control’ over haar opledingsgelden. Ze lijkt dus het enige aan te pakken waar ze wel zicht op heeft: de salarissen van de AIOS’en.

Eigen bijdrage: Het profijtbeginsel (meebetalen aan voordelen voor de eigen toekomst) is een belangrijk argument van de Minister. Het lijkt inderdaad redelijk om te verwachten dat de AIOS iets terugdoet voor zijn/haar opleiding. De minister lijkt echter te vergeten dat de AIOS:

  • 50 uur in de week werkt;
  • daarbij grote formele verantwoordelijkheden heeft in de zin van de wet BIG en het medisch tuchtrecht;
  • Door de relatief lage werkgeverslasten waartegen medisch gespecialiseerd werk wordt verricht, de bedrijfseconomische kurk onder specialistische klinische zorg vormt*.

De Minister is in mijn ogen aan het verkeerde adres als het om ‘bijdragen’ gaat. De AIOS draagt week in, week uit ontzettend veel bij in tijd, geld en verantwoordelijkheid.

*De bewering (zoals nu gedaan door de Minister) dat een AIOS niet kostenneutraal is, is natuurlijk om te huilen. Het werkt als volgt: de werkgeverslasten van een AIOS zijn 40% van het budget. Vervolgens laat je twee ongelofelijk dure specialisten uren schrijven aan begeleiding (zeg 10 uur per week per AIOS tegen toptarief). De rest van het “opleidingsgeld” gaat bijv. naar de verbouwing van de kliniek, voor een AIOS-kamer (waar vervolgens gewoon door iedereen gebruikte werkplekken zijn). Dan is het geld op, en zeg je dat de werkgeverslasten + de “begeleidingsuren” de directe kosten van de AIOS zijn. Terwijl de dure specialist die uren slechts schrijft omdat hij anders niet aan zijn ’taak’ voldoet. Zo zal een AIOS altijd meer kosten dan hij oplevert, maar blijft de tweede wintersport voorbehouden aan de ‘opleider’.

 

Afbeelding: Flickr, World Bank Foto Collection

One thought on “AIOS-vergoeding: Schijnsolidariteit uit opportunisme

  1. Helder betoog, en volledig eens.

    Misschien goed om daar bovenop nog twee andere punten mee te nemen.

    Een AIOS buiten het academisch ziekenhuis werkt contractueel 38 uur per week . Daar bovenop komen 10 uren onbetaald onderwijs. Fair so far. Het addertje zit hem echter in de daarop volgende formulering: “In het kader van de opleiding vallen onderwijs en reguliere werkzaamheden niet te scheiden.” Het gevolg is dat een AIOS de eerste 10 uur overwerk per definitie niet uitbetaald krijgt. Omdat dat zogenaamd “opleiding” is.

    Dat brakke gegeven staat overigens nog helemaal los van de urenregistratie van AIOS, die doorgaans niet door de AIOS zelf gedaan wordt, maar door P&O zodanig “gecorrigeerd” wordt dat de arbeidsinspectie niet te hard zal mopperen. Niet voor niets worden nog steeds jaarlijks boetes uitgedeeld omdat óf de urenregistratie grove schendingen van de werktijden liet zien, óf er helemaal geen adequate urenregistratie werd gehouden.

    AIOS worden dan wel betaald met gelden uit het opleidingsfonds, de grootste investering doen zij ruimschoots zelf. Nu al. Zonder “AIOS-bijdrage”.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.